Mannelijke verantwoordelijkheid
Over de noodzaak je als man uit te spreken over geweld tegen vrouwen
De afgelopen dagen lees ik veel verhalen van vrouwen over hun ervaringen met geweld van mannen. Ze delen hun trauma’s naar aanleiding van de gruwelijke dood van Lisa, een meisje van 17 dat nooit thuiskwam na een avondje stappen met vriendinnen. De vrouwen willen met hun verhalen laten zien hoe wijdverspreid en frequent geweld van mannen richting vrouwen is.
Een tijdje geleden leerde ik van een van die verhalen dat er in Nederland elke acht dagen een vrouw wordt vermoord, een statistiek die ik in eerste instantie nauwelijks kon en wilde geloven. Femicide is het doden van een vrouw omdat ze een vrouw is en wordt in 60% van de gevallen gepleegd door een (ex-)partner. In 20% van de gevallen betreft het een familielid. De dader is vrijwel altijd een man.
Ik ben ook een man, en hoewel ik me verder in geen van de kenmerken van een vrouwenmoordenaar herken, voel ik toch de verantwoordelijkheid me erover uit te spreken. Omdat ik me bewust ben van de fysieke krachtsverhoudingen, waarvoor Peter Pannekoek al eens een treffende metafoor bedacht. Ik voel die verantwoordelijkheid omdat ik twee zoons heb die ik probeer bij te brengen hoe mensen respectvol met elkaar omgaan. Die ik probeer te leren hoe je grenzen aangeeft, herkent wanneer een ander dat doet, maar ook ziet wanneer grenzen in jouw bijzijn worden overschreden, en wat je daar dan aan kunt doen. In dat proces stel ik mezelf die vragen ook. Dat is onderdeel van het tweerichtingsproces van opvoeden: reflecteren, leren, bijsturen. Mijn kinderen leren mij net zoveel over het leven als ik hen.
Juist omdat ik een man ben, en bovendien vader van zonen die op een dag mannen zullen zijn, wil ik me uitspreken tegen femicide. Dat lijkt misschien gratuit, want wie is er nou vóór zoiets? En heeft een dergelijke stellingname überhaupt zin? Want zijn zij die zulk geweld plegen niet per definitie ontoerekeningsvatbaar? Er lopen nu eenmaal ‘gekken’ rond voor wie de menselijke waarden waarop een samenleving is gebouwd geen betekenis hebben. Dat is zo, zien we bijna wekelijks. En nog veel vaker, als we geweld tegen kinderen en anderen die lichamelijk het onderspit delven in de statistieken meenemen.
Het stemt cynisch als er wordt beweerd dat dit een realiteit is waarmee vrouwen maar moeten zien te leven. Niet alleen ’s nachts naar huis fietsen. Geen korte rokjes dragen. Niks uitlokken. Het is de wereld op z’n kop. Maar er is geen magische knop waarmee we de gewelddadige neigingen van mannen teniet kunnen doen. Hoe stop je de agressor die vanuit de spleten van de samenleving loert naar een mogelijk slachtoffer? Is er genoeg morele kit om die kieren te dichten?
Dat ik de vraag stel, zegt genoeg: ik weet het niet. Wel weet ik dat ik íets wil doen, dus spreek ik me uit en voed ik op. Die taak mogen wij mannen niet exclusief bij vrouwen laten liggen.