Kennelijk ben ik op een punt in mijn leven beland dat ik me afvraag of mijn keukenrolhouder wel een goede afspiegeling is van mijn sociaaleconomische status, want ik keek net naar mijn keukenrolhouder en vroeg me af of deze wel een goede afspiegeling is van mijn sociaaleconomische status. De keukenrolhouder was leeg, er moest een nieuwe rol op, en ik zag dat de voet van de houder, als je die zo noemt, een beetje vies was. Hierop besloot ik de keukenrolhouder schoon te maken – een uitgelezen kans, zo tussen de keukenrollen in – en toen stelde ik intern de hierboven reeds geformuleerde vraag.
De keukenrolhouder is een jaar of tien oud, schat ik, want dat soort data heb ik niet scherp. Er zijn in het volwassen leven zoveel andere data om scherp te houden dat de leeftijd van iets als een keukenrolhouder erbij in kan schieten. Misschien gaat het ook niet om de leeftijd, maar om het materiaal en ontwerp van de keukenrolhouder. Het is een goedkoop ding, dat weet ik wel, en geen toonbeeld van vakmanschap. De steel zit lossig in de voet, ongeacht hoe hard je het schroefje aan de onderkant vastdraait. Dat ik zulks heb geprobeerd geeft aan dat ik ook goedkope, lelijke dingen liefde en aandacht kan geven. Juist dat geeft ze waarde.
Wat voor soort keukenrolhouder zou dan wél een goede afspiegeling zijn van mijn sociaaleconomische status, vroeg ik me af? Een bedekt met bladgoud? Een titanium keukenrolhouder uit één stuk, zonder schroefje? Of een van hout? Upcycled steiger- of pallethout dat charmant splintert en het keukenpapier doet scheuren als je er een velletje aftrekt? Of een van glad marmer?
Misschien maakt het niet uit wat voor keukenrolhouder je hebt, bedacht ik toen, omdat je de houder nauwelijks ziet als er een keukenrol op zit. Die bedekt de houder immers goeddeels. Je kunt je beter druk maken om het keukenpapier. Dát zie je. Dat schreeuwt je sociaaleconomische status van de daken en is voor een buitenstaander die op de een of andere manier toch in je huis en in je keuken is een directe indicator van de door jou beklommen tree op de sociaaleconomische ladder. Het gaat om het papier, niet de houder. Kleren maken de man, niet de (bouw)kwaliteit van het lichaam dat ze bedekken.
Na al deze gedachtegangen bekeek ik de keukenrolhouder nog eens van top tot teen. Ik vond ‘m maar naakt; het zal de analogie met kleding en het lichaam zijn geweest. Ik pakte een nieuwe rol keukenpapier en plaatste die met het gat boven de steel van de houder. Ik liet de rol los en hoorde hem op de voet van de houder ploffen. Het was een aangename, doffe plof. Misschien heeft sociaaleconomische status wel meer te maken met het geluid dat je maakt dan met het materiaal waaruit je bent vervaardigd.