Op social media gingen de afgelopen dagen geruchten rond dat Donald Trump op sterven zou liggen. Hij had zich al een paar dagen niet het openbaar laten zien, zijn agenda was volgens insiders leeg en hij was opvallend stil op zijn ironisch genaamde sociale medium Truth Social. Eerder werden er beelden gedeeld waarop donkere vlekken op zijn hand te zien zijn, zoals Queen Elizabeth die ook had een paar dagen voordat ze stierf.
Vicepresident JD Vance gooide onbedoeld olie op het vuur door te benadrukken dat de president kerngezond was, maar dat áls er iets met hem zou gebeuren, hij klaarstond om zijn plek in te nemen. Hij kende het klappen van de zweep wel na 200 dagen in de nabijheid van oom Donald doorgebracht te hebben.
Kennelijk deden de geruchten wat me, want ik droomde vannacht over Trump. We zaten gemoedelijk - om niet te zeggen intiem - bij elkaar in een ruimte gelijkend op de Oval Office, en ik vroeg hem op de man af of het waar is dat hij elke dag McDonald’s eet. Ik vond het best spannend om te vragen, want wat je ook van Trump vindt, hij is wel de president van Amerika. Zo iemand schop je liever niet onbedoeld tegen de schenen. Enigszins tegen mijn verwachting in antwoordde hij met een kalm ‘ja’. Elke dag McDonald’s, maar niet elke maaltijd. Dat leek me, binnen zijn ongezonde gewoonte, verstandig. Een madeliefje in een zee van diarree.
Ik knikte als reactie op wat Donald – zo mocht ik hem inmiddels noemen – zei. Ik vond ‘m best behaaglijk, heel anders dan zijn publieke persona. Publieke persona’s zijn superonbetrouwbaar, dacht ik. Donald is ook gewoon een opa die vertederd naar zijn kleinkind kijkt als die een hole-in-one slaat.
Maar nog even over dat dieet: ‘Ik ben er 79 mee geworden,’ zei hij, ‘en ik voel me prima.’ Ik nam het van hem aan.
Later werd ik wakker en bleek Donald, die ik hierna weer Trump zal noemen, toch niet dood. Hij was een weekendje wezen golfen met zijn kleindochter.
Jeem, verschil moet er wezen. Ik droom altijd over Wilders.